Vroeger, tijdens de kinderjaren van Hawla, stonden in Somalië de deuren altijd open. De kinderen speelden buiten en liepen zo overal zonder problemen naar binnen. Maar de oorlog, die al vanaf 1991 duurt, gooide langzaam roet in het eten.
Later dreef Hawla een kledingzaak voor heren in de hoofdstad Mogadishu, tot acht jaar geleden. Toen had ze geen andere keuze meer dan op stel en sprong te vluchten, de oorlog was in volle hevigheid bij haar om de hoek. Omdat de tocht te gevaarlijk zou zijn voor haar 15-jarige zoon liet ze hem achter bij familie. Dit vond ze vreselijk, maar ze was vastbesloten om hem later naar een veilige plek te brengen.