In 1998 vluchtte Blaise samen met haar 3 dochters van twee, vijf en zes jaar oud van de Democratische Republiek Congo (DRC) naar Nederland.
Het was heel moeilijk om haar land te verlaten. "Niemand verlaat zijn land zomaar, mijn familie en dierbaren, de geur van mijn land, ik hield en hou ook nu nog steeds zoveel van Congo." Haar vlucht omschrijft ze als een oerkracht, ze deed wat ze moest doen om haar kinderen te beschermen.
Na het doorlopen van de asielprocedure kreeg ze een huisje in 's Heer Arendskerke toegewezen, een klein dorpje in Zeeland. Blaise: "Zeelanders zijn zo aardig. Ze kijken eerst de kat uit de boom, maar zodra je in hun hart komt, dan kom je in een warm nest." Zij en haar kinderen voelden zich er snel thuis.